Maandag

Het is niet alleen bij sijpelen gebleven. Het stormde, regende en ging enorm tekeer. Maar zoals altijd in de natuur, na regen komt zonneschijn. Vanochtend kwam iedereen vochtig uit zijn tentje.

Alles was zeiknat
Sommige tenten waren niet goed waterdicht en matrassen en kleding waren zeiknat. Het is nog 180 km rijden voordat we in Mpanda zijn. We zijn erg benieuwd hoe de weg erbij ligt na zo’n vochtige nacht.

Het valt alleszins mee. Af en toe zijn er wel verraderlijk gladde stukjes, maar met de stuurkunst van de chauffeurs levert het geen problemen op. Onderweg stoppen we regelmatig om bij de enkele dorpjes die we tegenkomen kleding weg te geven aan de mensen.

Ze wonen in rieten hutjes, die er niet echt waterdicht uit zien. En wij maar klagen dat onze zooi nat is.

Vergezichten
We rijden nog steeds door het bos dat nu een beetje eentonig begint te worden. De rotspartijen die we nog net kunnen zien, zijn wel prachtig. Het ziet er Maya-achtig uit. We kunnen wel doorrijden, al ligt het gemiddelde laag, ongeveer 20 km per uur.

Na het bos krijgen we eindelijk de vergezichten te zien, waar iedereen op hoopte. Het is groen overal waar je kunt kijken. Halverwege de dag maken we een koffie/thee stop en genieten van de rust.

Je komt bijna geen mensen tegen, maar rondom de dorpjes die we wel tegenkomen, wordt veel verbouwd. De bewoners zijn hard aan het werk op het land en weten niet wat ze zien als onze karavaan voorbij komt rijden.

Mpanda
Aan het einde van de dag rijden we eindelijk Mpanda binnen. Iedereen vindt het zo langzamerhand ook wel genoeg geweest. We hebben een lange dag gereden. Nu gaan we nog op zoek naar een plaats om te kamperen.

In eerste instantie mogen we bij de nonnen staan. Een rustige, afgesloten naast de kerk. Alle natte troep laden we uit en de Toyota gaat naar de markt om inkopen te doen. Bij nader inzien mogen we toch niet bij de kerk kamperen. De priester heeft nee gezegd.

Super City Hotel
Op zoek naar een andere plek in dit ‘enorme’ dorp. Er zijn Guest Houses genoeg, maar daar kunnen we de auto’s niet veilig neerzetten. Met behulp van een jongen die in het ziekenhuis werkt, vinden het Super City Hotel aan de rand van de stad.

Het is niet helemaal afgesloten, maar het is een goede plek om te gaan staan. Alles weer inladen en hier weer uitladen voor de nacht. Naast ons is een bakker druk aan het werk en het ruikt heerlijk. We kopen alvast lekkere broodjes voor morgen.

Swingen
De plaatselijke bevolking komt eens even kijken wat er allemaal te zien is, maar ze zijn gelukkig niet opdringerig. Met een lekker Afrikaans muziekje op de achtergrond nodigen een paar ons de plaatselijke bevolking uit om mee te swingen.

Een paar meisjes durven het aan, maar de jongens niet. Zeker niet ‘cool’ genoeg.

De een na de ander zoekt zijn bedje op en de die hards leggen hun hoofd om 1.30 uur op hun kussen.