Donderdag

Gaat hij het doen?
De klussers zijn nog niet wakker of aan de motor wordt de laatste hand gelegd. Tafels en banken worden opgeruimd en de gele kisten gaan de MAN6 in. Het grote moment is daar, gaat de motor het doen. Jack start de motor en bij het eerste geluid gaat er een groot gejuich op. Het is gelukt. De motor loopt als een zonnetje. Een groot compliment aan de technici, wat een vakmensen.

Op weg
Om 12.00 uur gaan we – na uitgebreid afscheid – eindelijk rijden. Feisal – de taxichauffeur – rijdt voorop om ons de stad uit te loodsen. Onderweg tanken we alle auto’s nog vol. Feisal brengt ons naar de hoofdweg richting Atbara en we bedanken hem hartelijk voor al zijn hulp en om 13.00 uur verlaten we Khartoum.

Iedereen geniet van het feit dat we de grote, drukke stad verlaten. En na enige tijd rijden, zien we vooral de uitgestrekte vlakten met een zwart lint asfalt er doorheen.

Gastvrijheid
Het schiet lekker op. We kunnen constant 80 km rijden. Om ca. 14.00 uur roept Jim over het bakkie dat de MAN6 een lekke band heeft. De eerste van deze reis. Jack kruipt direct onder de vrachtwagen om deze op te krikken. Piet draait de wielbouten los en binnen een mum van tijd is het wiel ervan af. Nu de velg eruit tikken. Piet is daar een meester in. En de band kan geplakt worden.

In de tussentijd zorgen Fia, Marlou en Anita voor de innerlijke mens. Wat een teamwork. Anita en Marijke worden door een paar kinderen uitgenodigd om hun huis aan de andere kant van de weg te bekijken. De vader – een prachtige oude man – verwelkomt ons hartelijk. De kinderen bieden ons hun eigengemaakte koekjes aan. Wat een gastvrijheid.

Middle of nowhere
Om 15.15 uur rijden we weer. Nog ca. 80 km over het asfalt, waarna we de weg de weg laten en de ‘middle of nowhere’ inrijden. Een prachtige piste ligt voor ons waar we nog lekker snelheid kunnen maken. We zijn op weg naar de restanten van de tempels van Naga, 2 e eeuw voor Christus. Op het moment dat we Naga zien liggen is het licht op zijn mooist.

Iedereen fotografeert en filmt met het zonnetje in de rug. De bewakers van deze restanten vragen ons direct naar onze permit. Maar die hebben we helaas niet. Erik geeft ze wat dollars, maar echt vriendelijk zijn ze niet. Nog een paar kilometer rijden en dan maken we kamp. De auto’s worden in een U-vorm neergezet, de daktentjes uitgedraaid, de lampjes opgehangen en het kamp is gemaakt.

We genieten van de stilte en de sterrenhemel. Wat is het leven zo toch mooi.