Zaterdag

We hadden de intentie om 7.00 uur te vertrekken, maar wegens typisch Afrikaanse omstandigheden werd dat een uur of half negen.

Druk bezocht
Intussen hadden we tijd om te ontbijten, een wiel te monteren en de oogkliniek te bezichtigen. We hebben de Duitse verpleegkundigen van de oogkliniek touwen overhandigd voor waterputten, wat babykleding en zonnebrillen. Die oogkliniek is druk bezocht.

Kala Maloue Park
Nadat we de prijs voor een busje van 100.000 cfa teruggebracht hadden tot 35.000 cfa vertrokken we richting Kala Maloue Park onder de deskundige begeleiding van Jimmy de gids.

In het park hebben we tot onze grote enthousiasme een kudde van ruim honderd olifanten gezien, gevolgd en uiteraard gefotografeerd, eerst bij een rivier en later nog een keer in de bush.

Het was fantastisch mooi en ook spannend op een afstand van een meter of 30, 40 zo’n grote kudde te kunnen gadeslaan. Resultaat: veel mooie foto’s en een goed gevoel na een indrukwekkend schouwspel.

Smerig en vol rotzooi
Om 13.00 uur gingen we weer op weg richting N’djamena, Tsjaad. In de plaats Kousseri,vlak voor de grens wilden we tanken. Er was genoeg diesel, alleen geen electriciteit, dus zijn we doorgereden riching grens. Kousseri is een wat grotere plaats, zeer bedrijvig, maar smerig en met veel rotzooi.

De grensovergang was een lange smalle brug met één rijstrook. Door rode en groene bordjes om te draaien ging de stroom grensovergangers om de beurt heen en weer. Hoewel de douane zetelde in onooglijke gebouwtjes verliepen de uit- en inklaringsformaliteiten eigenlijk verrassend soepel.

Heel anders dan Kameroen
Tsjaad is gelijk heel anders dan Kameroen. Los van de grotere bedrijvigheid grensplaatsen eigen, vielen ons diverse zaken op naarmate we richting N’djamena reden, op enkele kilometers van de grens.

Zoals: veel vrouwen in fel- en veelkleurige gewaden, in tegenstelling tot de kleurloos geklede mannen. Die laatste zijn jong en dan dragen ze meestal jeans, of ouder en dan zijn ze gehuld in de lange moslimgewaden.

Ook zien we meer mannen met touareghoofdwindsels. Verder veel brommertjes, bijna allemaal van Chinese makelij (Jinchang, Skygo, Sanolini). N’djamena vertoont typisch het beeld van de grote stad.

Erg vriendelijk
Anything goes, allerlei kledij, van gesluierd (minderheid) tot hoofdbedekt, tot meiden in jeans op brommertjes (ook minderheid, maar tóch.) De bevolking is erg vriendelijk en van enige terughoudendheid of vijandigheid op grond van de kwestie van de door Fransen bijna ontvoerde kinderen valt tot nu toe weinig of niets te merken.

We kamperen tegen zessen op een omheind terrein buiten de stad, dat geregeld is door een HAT contactman hier ter plekke. Morgen gaan we de de stad in.

Vandaag 66 km afgelegd.